Toeristenbelasting bij huur standplaats vakantiehuisje?

Gemeentes kunnen toeristenbelasting heffen als personen binnen een gemeente verblijven, terwijl ze hier niet staan ingeschreven. Hoe zit dat als je voor je eigen vakantiehuisje huur betaalt voor een standplaats? Moet je dan zelf de toeristenbelasting betalen? De spelregels in de verordening zijn dan belangrijk.

Euro

Verordening

Als een gemeente toeristenbelasting wil heffen, moet dit zijn vastgesteld in een verordening. Een gemeente kan in een verordening zelf de regels voor de te heffen toeristenbelasting vastleggen, zoals het tarief. Een gemeente kan daarbij bijvoorbeeld kiezen voor een vast bedrag per overnachting, maar ook een percentage van de prijs is een mogelijkheid. Vaak maakt een gemeente gebruik van een Modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). 

Huur standplaats

Onlangs kwam bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant de vraag aan de orde wanneer toeristenbelasting geheven kan worden bij eigen gebruik van een strandhuisje. In deze zaak kreeg de eigenaar van een strandhuisje een aanslag toeristenbelasting voor het gebruik dat hij zelf gedurende 140 dagen van het strandhuisje gemaakt had. 

De man betaalde echter voor de standplaats jaarlijks huur aan een stichting. De gemeente merkte dit aan als ‘vergoeding’ voor het verblijf, wat volgens de gemeente betekende dat er toeristenbelasting geheven kon worden. 

Wie biedt gelegenheid tot houden van verblijf?

Volgens de verordening van de gemeente was degene die gelegenheid biedt tot het houden van verblijf belastingplichtig. Degene die verblijf houdt, was volgens de verordening alleen dan belastingplichtig als er niemand is die gelegenheid biedt tot het houden van verblijf. 

Stichting is belastingplichtig

Nu de eigenaar van het strandhuisje huur betaalde aan een stichting, was volgens de rechtbank hij niet zelf, maar de stichting de belastingplichtige. De aanslag voor de eigenaar kwam dan ook te vervallen.