Als iemand over een auto van de zaak beschikt, geldt in beginsel een bijtelling vanwege het privégebruik dat van de auto gemaakt kan worden, tenzij er aantoonbaar niet meer dan 500 km privé met de betreffende auto wordt gereden. De bijtelling is in principe hetzelfde voor nieuwe auto’s als voor occasions. Strookt dit laatste wel met de Europese regelgeving?
Bijtelling
De bijtelling is een bepaald percentage van de catalogusprijs van de auto. Dit percentage is afhankelijk van de datum waarop de auto voor het eerst is toegelaten op de weg. Voor 2024 geldt een percentage van 22%, tenzij het een elektrische auto betreft. Dan bedraagt de bijtelling 16% tot een cataloguswaarde van € 30.000 en geldt over het meerdere een bijtelling van 22%. Voor auto’s op zonnecellen en op waterstof geldt een bijtelling van 16% over de gehele cataloguswaarde.
Let op! Alleen voor auto’s die minstens 15 jaar oud zijn, geldt een bijtelling op basis van de dagwaarde. De bijtelling bedraagt dan 35%.
Geen onderscheid in leeftijd
In een zaak bij het gerechtshof Arnhem Leeuwarden was de vraag aan de orde of het in strijd is met Europese regels dat voor gebruikte auto’s eenzelfde percentage aan bijtelling geldt als voor nieuwe auto’s. Volgens belanghebbende was dit het geval, omdat specifiek door deze regeling de import van occasions uit andere EU-landen zou worden beperkt. Het Hof zag dit verband niet en stelde vast dat de bijtelling slechts ziet op het loonvoordeel dat een auto van de zaak biedt.
België is anders dan Nederland
Belanghebbende stelde ook nog dat de bijtelling in zijn woonland België wél onderscheid maakt tussen nieuwe auto’s en occasions. Volgens het Hof doet dit niets af aan het feit dat de bijtelling in Nederland in beginsel geen onderscheid maakt in de leeftijd van de auto. Het Hof stelde de inspecteur dan ook in het gelijk.