Hoge Raad doet uitspraak over extern ondernemerschap

In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de vraag wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Raad heeft geantwoord dat gekeken moet worden naar diverse omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang. Het gaat dus om een zogeheten holistische toets. Voor de kwalificatievraag is de bedoeling van partijen niet van belang.

Handen schudden

Waar moet op worden gelet?

De holistische toets betreft dus het kijken naar de diverse omstandigheden. Het gaat daarbij om:

  1. de aard en duur van de werkzaamheden;
  2. de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  3. de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  4. het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  5. de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen;
  6. de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  7. de hoogte van deze beloningen;
  8. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
  9. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht, zich als ondernemer gedraagt, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers, en de duur van de opdrachten.

Geen rangorde

De Hoge Raad heeft in genoemd Deliveroo-arrest geen rangorde aangebracht in deze omstandigheden. Momenteel is hierover een wetsvoorstel in voorbereiding. De Hoge Raad ziet nu in de recente Uber-zaak evenmin een reden voor het aanbrengen van een rangorde. Niet één aspect is dus bepalend. Zelfs als iemand zich vrijelijk mag laten vervangen door een ander, wat duidt op zelfstandigheid, kan het, vanwege alle andere aspecten, nog steeds een arbeidsovereenkomst zijn.

Ondernemerschap

Dit houdt in de praktijk dus in dat hetzelfde werk, voor dezelfde opdrachtgever, voor iemand met 
‘ondernemerschap’ geen arbeidsovereenkomst is, en voor iemand zonder ‘ondernemerschap’ wel.

Het begrip ‘ondernemerschap’ ziet op de algemene (ondernemers)situatie van de werkende, en kan dus ook betrekking hebben op omstandigheden buiten de specifieke verhouding tussen de werkende en zijn opdrachtgever.