De bouw heeft de omzet in 2022 verder zien aantrekken, maar de winstontwikkeling was voor het eerst in jaren negatief. De omzet steeg met bijna 10%, terwijl de winst met ruim 14% daalde. Na een periode van groei lijkt de branche zich te moeten opmaken voor een krimp in 2023 en het volgende jaar.
Dit blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport 'Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen'.
Bouw blijft achter bij het mkb-gemiddelde
De omzetgroei in de bouw van bijna 10% was veel sterker dan in 2021 (bijna 5%), maar dit lijkt vooral te komen door de hoge inflatie. De bouw blijft hiermee achter bij het mkb-gemiddelde van ruim 13%. De winstdaling van ruim 14% volgde op een winstgroei van ruim 7% in 2021. Ook in dit opzicht blijft de branche achter bij het mkb-cijfer (1,5% groei). De ontwikkeling van de brutomarge was weliswaar positief (2,7%), maar kon het mkb-gemiddelde van 6,6% evenmin bijbenen.
Grote verschillen binnen de bouw
Binnen de bouw liepen de resultaten sterk uiteen. Zo is het deel van de bouwbedrijven dat de omzet stabiel heeft zien blijven of heeft zien toenemen, gestegen van ruim 64% in 2021 naar bijna 70%. In bijna een kwart van de gevallen ging het zelfs om een omzetstijging van 50% of meer. Tegelijkertijd zag slechts ongeveer de helft van de bouwbedrijven de winst stabiliseren of stijgen (tegenover ruim 60% in 2021). Ruim 30% van de bedrijven in de bouw kreeg echter een winstdaling van 50% of meer voor de kiezen.
Krimp voor bouwinstallateurs
Wat betreft deelbranches is de omzetontwikkeling vooral sterk bij installateurs en de afwerking van gebouwen, op de voet gevolgd door de gespecialiseerde bouw. De winstontwikkeling was echter in al deze deelbranches negatief. Vooral bouwinstallateurs hielden in 2022 onderaan de streep aanmerkelijk minder over dan een jaar eerder, toen de cijfers heel erg goed waren.
Loonkosten stijgen relatief beperkt
Uit de cijfers van SRA-BiZ blijkt dat de personeelskosten in de bouw in 2022 met bijna 7% zijn gestegen. Deze toename was minder sterk dan in 2021 (7,7%) en ook minder sterk dan gemiddeld in het mkb (ruim 10%). De loonkosten zijn met ruim 3% toegenomen, min of meer in lijn met een jaar eerder. In het mkb stegen de loonkosten gemiddeld met ruim 5%.
Financiële positie verslechterd
De financiële positie van bedrijven in de bouw is verslechterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op 83,6. Dit betekent een teruggang ten opzichte van het voorgaande jaar (ruim 89). De branche doet het nog wel beter dan het mkb-gemiddelde, dat van 86,4% naar bijna 78% ging.