De transitievergoeding: dit wijzigt per 1 januari 2020
Op 1 januari 2020 treedt de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking. Deze wet brengt wijzigingen in het ontslagrecht aan, waaronder de transitievergoeding. Hieronder volgt een opsomming van de wijzigingen van de transitievergoeding.
Recht op transitievergoeding per eerste werkdag
Het recht op een transitievergoeding bij ontslag door de werkgever ontstaat vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst. Dit geldt ook voor werknemers die nu al bij de werkgever in dienst zijn. Op dit moment hebben werknemers alleen recht op een transitievergoeding bij een dienstverband van ten minste twee jaar.
Verhoging opbouw transitievergoeding vervalt
Per 1 januari 2020 wordt de opbouw van de transitievergoeding voor alle werknemers gelijk. Nu is het nog zo dat werknemers die tien jaar of langer in dienst zijn, een verhoging in de opbouw van de transitievergoeding krijgen vanaf het tiende dienstjaar. Deze verhoging vervalt. Het recht op een hogere transitievergoeding voor vijftigplussers vervalt eveneens.
Vervangende voorziening bij cao
In een cao kan in plaats van de transitievergoeding een vervangende voorziening geregeld worden. Op dit moment kan dat nog voor alle vormen van ontslag. Per 1 januari 2020 kan alleen nog in het geval van ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen een vervangende voorziening in een cao worden opgenomen. De voorziening hoeft niet gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding, maar moet bestaan uit maatregelen om werkloosheid in duur te beperken of te voorkomen. Een financiële vergoeding mag ook, of een combinatie van beide.
Aangepaste berekening transitievergoeding
Per 1 januari 2020 wordt de berekening van de transitievergoeding als volgt:
- 1/3 brutomaandsalaris per heel dienstjaar
Voor het resterende deel van de duur van de arbeidsovereenkomst (of in het geval de arbeidsovereenkomst korter dan een jaar heeft geduurd) geldt:
- bruto ontvangen salaris resterende deel arbeidsovereenkomst/brutomaandsalaris x 1/3 maandsalaris/12)
Voorbeeld berekening
Voorbeeld: de arbeidsovereenkomst duurde 3 jaar en 2 maanden. Het brutomaandsalaris (inclusief bijvoorbeeld onder meer vakantietoeslag en eindejaarsuitkering) was € 3.300.
Berekening:
- je berekent eerst de vergoeding over de hele dienstjaren. Dat is 3 x 1/3 salaris = 3 x 1100 =
- € 3.300;
- dan bereken je de vergoeding over de laatste twee maanden. 2 x € 3300 = € 6600/€ 3300 = 2 x € 1100/12 = € 91,66 = € 183,33.
De totale transitievergoeding komt neer op € 3.483,33 bruto.
LET OP! Indien werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst beëindigen via een beëindigingsovereenkomst, is de werkgever niet verplicht een transitievergoeding aan de werknemer te betalen. Het is dan aan partijen om een eventuele ontslagvergoeding overeen te komen waarbij de transitievergoeding als basis kan dienen.
Dit is een gratis artikel uit de SRA-Nieuwsbank. Heeft u nog geen abonnement? Vraag dan een gratis proefabonnement aan