Binnen de financiële vaste activa wordt onderscheid gemaakt tussen onder meer deelnemingen in groepsmaatschappijen, andere deelnemingen en vorderingen op groepsmaatschappijen. Dit onderscheid is bepalend voor bijvoorbeeld de vraag hoe een deelneming gewaardeerd moet worden. De praktijkvragen in de handreiking zijn er om de theorie verduidelijken.