Reactie SRA op internetconsultatie lucratiefbelangregeling
In maart 2025 lagen twee alternatieven voor de huidige lucratiefbelangregeling ter consultatie voor. SRA heeft gereageerd op deze internetconsultatie.

Aanleiding voor een onderzoek naar alternatieven voor de huidige lucratiefbelangregeling was de motie Idsinga waarin het kabinet gevraagd is de voordelen uit lucratief belang progressief te belasten in box 1 en daarmee de mogelijkheid om deze te belasten in box 2, af te schaffen. Hierbij zijn twee oplossingsrichtingen onderzocht:
- een heffing in box 1 via de loonbelasting of ROW (de huidige hoofdregel), en
- een heffing in box 2 met een multiplier voor lucratief belang.
Voor nadere details wordt verwezen naar de relevante documenten bij de internetconsultatie.
Reactie SRA
SRA merkt in de reactie op de internetconsultatie op dat beide oplossingsrichtingen leiden tot een complexer systeem dan het huidige systeem met nog meer afbakeningsproblematiek, arbitragemogelijkheden en daarmee meer onzekerheid en hogere uitvoeringslasten in de praktijk voor zowel ondernemers als adviseurs en de Belastingdienst. SRA is, in plaats van een dynamische interpretatie, voorstander van een statische interpretatie met de beoordeling op het moment van toekenning, eventueel met inachtneming van samenhangende transacties in een nader te definiëren daaropvolgende periode van bijvoorbeeld een jaar.
SRA vraagt zich vooral af of de gesuggereerde oplossingsrichtingen daadwerkelijk gaan bijdragen aan oplossingen voor de doelgroep die de motie voorstaat (managers actief in de private-equitysector) en vreest een verdergaande negatieve uitwerking op de mogelijkheid om managers en personeelsleden die een sleutelrol vervullen, te kunnen binden en belonen in (o.a.) mkb-ondernemingen waarbij géén private equity betrokken is.
Evenwichtige belastingheffing
SRA concludeert dat een oplossingsrichting moet passen binnen een evenwichtige belastingheffing voor participatieregelingen in het algemeen. Daarbij dient arbitrage tussen de boxen zo veel mogelijk te worden voorkomen of beperkt, waarbij er een duidelijke afbakening moet komen tussen de vormen van regelingen, met zo weinig mogelijk uitzonderingen. De uitvoering van de regelingen dient aan te sluiten bij doel en strekking daarvan, zodat complexiteit, rechtsonzekerheid en uitvoeringslasten kunnen worden beperkt.
In die zin onderschrijft SRA het advies uit het onderzoeksrapport om op korte termijn geen wijzigingen in de huidige lucratiefbelangregeling aan te brengen en de lucratiefbelangregeling niet eerder te wijzigen dan bij het indienen van het nieuwe box 3-stelsel, zodat de lucratiefbelangregeling daarbij goed kan aansluiten en arbitrage, die deels de reden is voor de zogenaamde aanmerkelijkbelangvariant als 'tussenoplossing', kan ondervangen.