Fraude of plagiaat tijdens de praktijkopleiding
Het SRA-Stagebureau heeft een beleid en procedures om fraude tijdens de praktijkopleiding te voorkomen. Op deze pagina is te lezen welke maatregelen wij treffen om fraude te voorkomen en welke procedures het SRA-Stagebureau heeft wanneer er sprake is van fraude of plagiaat.
Trainees en werkgever ondertekenen aan de start van de opleiding een praktijkopleidingsovereenkomst waarbij zij verklaren krachtens de Verordening op de praktijkopleidingen gestelde eisen na te leven. Ook tekent de praktijkbeleider bij aanvang van zijn registratie als praktijkbegeleider voor het SRA-Stagebureau een praktijkbegeleidersovereenkomst waarin de werkgever verklaart erop toe te zien dat de praktijkbegeleider voldoet aan de eisen die de Verordening op de praktijkopleidingen stelt aan een praktijkbegeleider.
Authenticiteit
In de Elektronische Leeromgeving tekent de trainee een verklaring van authenticiteit waarin de trainee verklaart de teksten in de rapportages zelf te hebben geschreven en geen teksten zijn overgenomen uit verslagen van anderen of generatieve AI en AI-ondersteunende technieken zonder daarbij de bron te hebben vermeld. Een trainee moet verklaren dat de inhoud van het document voor wat betreft de feiten, overeenkomt met de werkelijkheid en dat de uitgevoerde werkzaamheden daadwerkelijk door de trainee zijn uitgevoerd. Ook de praktijkbegeleider moet zich in de ELO nadrukkelijk uitspreken over de authenticiteit van de teksten en het oneigenlijk gebruik van andere bronnen, waaronder AI.
Het SRA-Stagebureau probeert (waar mogelijk) fraude tegen te gaan door trainees werkzaam op hetzelfde kantoor, aan dezelfde beoordelaar te koppelen. De beoordelaar kan de ingeleverde stukken dan met elkaar vergelijken.
Het SRA-Stagebureau volgt de Raad voor Praktijkopleiding (RPO) als het gaat om fraude of plagiaat tijdens de stageperiode.
Wanneer is er sprake van fraude of plagiaat?
Om deze bepalingen te verduidelijken heeft de Raad voor de Praktijkopleidingen de fraudeprocedure in de huidige vorm vastgesteld voor trainees die de praktijkopleiding tot Registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent volgen. Zo wordt in de frauderegeling uiteengezet wat de Raad onder fraude schaart en welke sancties daarop kunnen volgen.
Onder fraude wordt verstaan het opzettelijk handelen of nalaten van een trainee of examenkandidaat, waardoor het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt.
Onder plagiaat wordt verstaan het overnemen van teksten, gegevens, gedachten en redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk, dus zonder daarbij duidelijk de bron te vermelden.
Sancties bij fraude
In het accountantsberoep en hierdoor ook tijdens de praktijkopleidingen spelen ethische kwesties een belangrijke rol en dient de trainee blijk te geven van ethische normen. Eén van de fundamentele ethische uitgangspunten van accountants is 'integriteit'. Het plegen van fraude tijdens de praktijkopleiding wordt trainees dan wel examenkandidaten daarom zwaar aangerekend.
Artikel 24a van de Verordening op de praktijkopleidingen luidt:
- Indien een trainee fraudeert, kan het bestuur:
- Bij ernstige fraude kan het bestuur de trainee uitsluiten van toelating tot het examen.
- de onderdelen van de praktijkopleiding waarop de fraude betrekking heeft, ongeldig verklaren;
- de trainee tijdelijk uitsluiten van de toelating tot het examen, met een maximum voor een periode van twaalf maanden;
- de trainee opdragen een aanvullend verslag van werkzaamheden op te stellen.
Afhankelijk van de ernst van de fraude kan de Raad voor de Praktijkopleidingen aan de trainee de volgende sancties opleggen:
- ongeldigverklaring van het desbetreffende praktijkopleidingsdocument;
- ongeldigverklaring van delen van de gevolgde praktijkopleiding waar de fraude betrekking op had (tijd);
- uitsluiting van deelname aan de praktijkopleiding (het volgen van alle vormen van toetsing en ontvangen van begeleiding) voor een periode van maximaal twaalf maanden;
- het opstellen van een aanvullende rapportage;
- volledige uitsluiting van (verdere) deelname aan de praktijkopleiding (toelating tot het examen);
- een combinatie van voornoemde maatregelen.
Bij punt 4 kan worden gedacht aan een rapportage met 'fraude/frauduleus handelen in relatie tot de beroepsuitoefening van de trainee als (aankomend) accountant' als thema. Uitsluiting van (verdere) deelname aan de praktijkopleiding is een sanctie die alleen kan worden opgelegd in geval van gedragingen die er blijk van geven dat iemand absoluut ongeschikt is om het vak van accountant uit te kunnen oefenen. Deze kan dus alleen bij zeer ernstige fraude worden opgelegd.
Fraudeprocedure SRA-Stagebureau
Wanneer door een beoordelaar of praktijkbegeleider fraude wordt geconstateerd of vermoed tijdens de praktijkopleiding, deelt deze dit terstond mee aan de trainee en het Stagebureau. De trainee krijgt maximaal een week de gelegenheid om schriftelijk te reageren naar het Stagebureau.
Het Stagebureau meldt de geconstateerde of vermoede fraude uiterlijk twee weken na de constatering bij de Raad voor de Praktijkopleidingen en stuurt eventuele bewijsstukken en de reactie van de trainee of examenkandidaat mee.
Er is een hoorcommissie bestaande uit een jurist van de NBA, een lid van de Raad voor de Praktijkopleidingen en een eventuele derde deskundige. De Raad voor de Praktijkopleidingen stelt de trainee of examenkandidaat in de gelegenheid op de aanklacht te worden gehoord door de hoorcommissie. De Raad voor de Praktijkopleidingen besluit op advies van de hoorcommissie binnen zes weken nadat de fraude is geconstateerd en aan de Raad voor de Praktijkopleidingen is gemeld óf en welke sancties aan de trainee of examenkandidaat worden opgelegd.
De Raad voor de Praktijkopleidingen rapporteert hierover aan het NBA-bestuur en de Commissie Eindtermen Accountantsopleidingen.