Aanpassingen BOR en DSR weer iets concreter
Het kabinet stelt maatregelen voor naar aanleiding van de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregeling (hierna BOR) en de doorschuifregeling (hierna DSR). Daartoe kwam er donderdag 29 juni een Kamerbrief van staatssecretaris Van Rij (Financiën). Lees hier overzichtelijk en kort wat het kabinet wil en per wanneer de wijzigingen beoogd zijn.
In de Kamerbrief met de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregelingen die we vrijdag 30 juni al in onze dagelijkse nieuwsbrief meenamen, worden eerder aangekondigde maatregelen herhaald (al bekendgemaakt in de Voorjaarsnota), maar zijn ook nieuwe details opgenomen.
Voorgestelde maatregelen 2024
Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2024 aan derden verhuurde onroerende zaken standaard aan te merken als beleggingsvermogen in de BOR en de DSR. Het kabinet had tot deze maatregel al in de Miljoenennota 2023 besloten.
De volgende verhuurde onroerende zaken worden uitgesloten van deze maatregel:
- Onroerende zaken voor zover die worden gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening (binnen het eigen concern).
- Kortdurende terbeschikkingstelling in de dienstensector, zoals bij hotelkamers, cafés, restaurants, tennishallen, bowlingbanen en squashbanen.
- Kortdurende teeltpachtovereenkomsten vanwege vruchtwisseling (artikel 7:396 lid 1 BW).
Nadere details en uitwerking van deze maatregel volgen in het Belastingplan 2024 dat op Prinsjesdag 2023 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Voorgestelde maatregelen 2025
Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2025 de volgende maatregelen voor.
- Aanpassen van de vrijstelling in de BOR naar 100% van de goingconcernwaarde van de onderneming (of liquidatiewaarde als die hoger is) tot € 1.500.000 (2023: € 1.205.871) en 70% (nu: 83%) over het meerdere aan ondernemingsvermogen. Zie voor wat deze aanpassing betekent bij verschillende verkrijgingen de Voorbeeld berekening bedrijfsopvolgingsregeling aanpassing van de vrijstelling.
- Afschaffen van de doelmatigheidsmarges van 5% in de BOR.
- Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt, alleen nog laten kwalificeren voor de BOR en DSR voor het deel dat in de onderneming wordt gebruikt. Het voorstel is om dit alleen te laten gelden voor bedrijfsmiddelen die op het moment van verkrijging een waarde in het economische verkeer van minimaal € 100.000 hebben én voor meer dan 10% buiten de onderneming worden gebruikt. Voor de overige bedrijfsmiddelen zullen de normale vermogensetiketteringsregels blijven gelden.
- Afschaffen van de dienstbetrekkingseis in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen.
- Invoeren van een minimumleeftijd van de verkrijger van 21 jaar voor een schenking in de BOR en de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen. Voor de bedrijfsopvolging bij overlijden wordt geen leeftijdsgrens voorgesteld.
Nadere details en uitwerking van deze maatregelen volgen in het Belastingplan 2024 dat op Prinsjesdag 2023 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Voorgestelde maatregelen 2026
Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2026 de volgende maatregelen voor.
- Alleen nog laten kwalificeren voor de BOR en de DSR van reguliere aandelen met een belang van minimaal 5% die volledig meedelen in de winstgerechtigheid en liquidatieopbrengst. Het voorstel is om deze beperking van de BOR en de DSR niet te laten gelden voor indirecte aanmerkelijk belangen van minimaal 0,5% die uitsluitend zijn verwaterd door vererving, huwelijksvermogensrecht of schenking (de verwateringsregeling), en voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsoverdracht zijn uitgegeven.
- Versoepelen van de bezits- en voortzettingseis in de BOR via wetsaanpassing of aanpassing van lagere regelgeving. Het uitgangspunt bij deze versoepelingen zal het aansluiten bij de materiële gerechtigheid tot de onderneming zijn. De bezits- en voortzettingseis zullen dan niet langer aan herstructureringen van de onderneming in de weg staan, mits de gerechtigheid of het belang van de aandeelhouder tot de onderneming materieel gezien niet wijzigt. Verder wil het kabinet de versoepeling van de voorzettingstermijn bij overheidsingrijpen (artikel 10, lid 1, onderdeel c, Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting) ook invoeren voor de bezitstermijn. Het kabinet onderzoekt ook nog of verdere versoepelingen van de bezits- en voortzettingseis nodig zijn voor ondernemingen die willen verduurzamen. Tot slot bestaat het voornemen om de vijfjaarstermijn in de bezits- en voortzettingseis in te korten. Hoe en hoeveel is nog niet bekendgemaakt.
- Aanpakken van dubbel gebruik van de BOR. Gedacht wordt aan het uitsluiten van toepassing van de BOR voor zover de onderneming op enig eerder moment al in bezit is geweest van de verkrijger.
- Aanpakken van oneigenlijk gebruik van de BOR door constructies met personen van met name hoge leeftijd, ook wel rollatorinvesteringen genoemd. Gedacht wordt aan een stapsgewijze verlenging van de bezitstermijn voor een erflater en schenker die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Nadere details en uitwerking van deze maatregelen volgen in het Belastingplan 2025 dat op Prinsjesdag 2024 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Voorgestelde maatregel ingangsdatum nog niet bekend
Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2025 de doelmatigheidsmarge van 5% in de BOR af te schaffen. Het kabinet stelt voor om vanaf een later (nog niet bekend) moment de doelmatigheidsmarge van 5% in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen af te schaffen. Het hoe en waarom van dit onderscheid is (nog) niet bekendgemaakt.
Let op! De hiervoor weergegeven ingangsdata zijn, op de maatregel die ingaat vanaf 1 januari 2024 na, nog voorlopig. Het kabinet besluit in augustus 2023 over definitieve beoogde ingangsdata.
In de Kamerbrief met de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregelingen gaat staatssecretaris Van Rij in op de hoofdlijnen van de uitkomsten van het vervolgonderzoek. Voor de nadere details van de uitkomsten van het vervolgonderzoek verwijzen we graag naar pagina 4 tot en met 16 van de brief. De meest opvallende zaken zijn in de tekst hiervoor bij de aangekondigde maatregelen opgenomen. |
Bronnen:
- Kamerbrief met de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregelingen (29-06-2023)
- Voorbeeld berekening bedrijfsopvolgingsregeling aanpassing van de vrijstelling (29-06-2023)
Ook in de Nieuwsbank Heeft u een abonnement op de Nieuwsbank? Daar staat ook een artikel over dit onderwerp klaar dat u naar uw klanten kunt sturen. Heeft u nog geen abonnement op de Nieuwsbank? Kijk dan hier voor meer informatie. Bekijk ook de nieuwe abonnementsvorm met jaarlijks de Special Lonen, Miljoenennota en Eindejaarstips. |