Frauderisico's vragen om specifiekere en diepgaandere werkzaamheden door accountant
De Autoriteit Financiële markten (AFM) heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteit van controlewerkzaamheden die de accountant verricht bij onderkende frauderisico's bij wettelijk controleplichtige ondernemingen. Het onderzoeksrapport dat de AFM vandaag publiceert maakt duidelijk dat frauderisico's om specifiekere en diepgaandere werkzaamheden vragen.
Het is van belang dat accountants en besturen van accountantsorganisaties leren van de uitkomsten en opgetekende best practices, en daarmee hun werkzaamheden gericht verbeteren.
In het kort
- Snelle ontwikkelingen in mogelijkheden van financieel-economische criminaliteit maken dat risico's op fraude binnen ondernemingen toenemen en complexer worden. Dat vraagt wat van accountants.
- In Nederland controleren accountants bij 230 accountantsorganisaties de jaarrekeningen van zo'n 22.000 wettelijk controleplichtige ondernemingen. De AFM houdt toezicht op deze accountantsorganisaties. Bij de uitvoering van themaonderzoeken staat 'fraude' vanaf 2022 structureel op de agenda.
- In juni 2023 publiceerde de AFM de resultaten van het themaonderzoek rond frauderisicoanalyse. In 2024 deed de toezichthouder onderzoek bij 13 vergunninghouders (boekjaren 2022 en 2023) naar de kwaliteit van controlewerkzaamheden die de accountant verrichtte op basis van onderkende frauderisico's.
- Het onderzoek maakt duidelijk dat er nog veel te winnen is: SRA roept accountants en besturen van accountantsorganisaties op om naast een gedegen frauderisicoanalyse, specifieker en diepgaander werkzaamheden te (laten) verrichten bij onderkende frauderisico's.
- Vanwege het belang van het thema fraude zal SRA een nieuw kwaliteitsprogramma op maat samenstellen waarbij naast vakinhoudelijke kennis ook elementen als 'mentoring', awareness en gedragsverandering worden meegenomen.
Werkzaamheden bij frauderisico's
De meeste fraude bij bedrijven wordt nog altijd gepleegd door eigen werknemers. Daar waar ondernemingen zelf primair verantwoordelijk zijn voor het beheersen en mitigeren van frauderisico's en het voorkomen van fraude, is tegelijkertijd het onderkennen van frauderisico's en het opvolgen van geconstateerde fraude een belangrijke verantwoordelijkheid voor de accountant. Bij de controle maakt de accountant eerst een gedegen frauderisicoanalyse: welke materiële risico's zijn er? Met de controlewerkzaamheden neemt de accountant actie op deze risico's. Een belangrijke stap dus. Daarom deed de AFM onderzoek naar de kwaliteit van deze controlewerkzaamheden in relatie tot twee van de onderkende frauderisico's door de accountant.
Duiding onderzoek en rapport
De AFM verrichtte onderzoek bij 10 reguliere vergunninghouders en 3 OOB-organisaties over de boekjaren 2022 en 2023. In totaal werden 32 wettelijke controles onderzocht. Naast goede voorbeelden van controlewerkzaamheden bij onderkende frauderisico's door de accountant, constateert de AFM in haar onderzoek diverse aandachtspunten en bevindingen. Een (of meer) bevinding, dat is het niet voldoen aan een NV COS-norm, leidt daarbij tot het oordeel dat de accountant onvoldoende en geen geschikte controle-informatie heeft verkregen over één of meer frauderisico's. De AFM constateert dat accountants de aard, timing en omvang van hun controlewerkzaamheden niet of onvoldoende aanpassen aan de onderkende frauderisico's.
SRA kan zich inhoudelijk vinden in geconstateerde bevindingen en genoemde aandachts- en verbeterpunten door de AFM.
Spiegelen, leren, toepassen
Het AFM-rapport kent leer- en verbeterpunten voor alle accountants en alle accountantsorganisaties, ongeacht de diversiteit in het segment van vergunninghouders. De accountant zal de onderzoeksuitkomsten moeten spiegelen aan de eigen werkzaamheden gericht op frauderisico's, met nadrukkelijke aandacht voor de frauderisicoanalyse en vervolgens de planning (aard, omvang en timing), uitvoering en vastlegging van benodigde werkzaamheden. Het bestuur van de accountantsorganisatie zal vanuit de verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeheersingsstelsel op basis van de onderzoeksuitkomsten moeten analyseren of het stelsel aanpassing behoeft, daarbij ook de cultuur- en gedragsaspecten uit het rapport meewegend.
Lerend vermogen aanjagen
Als vereniging met kwaliteit als fundament én als vertegenwoordiger van meer dan 160 van de 224 reguliere vergunninghouders wil SRA het lerend- en verbetervermogen continu aanjagen, bij voorkeur in gezamenlijkheid met AFM en NBA. Over de uitkomsten van themaonderzoeken zoals deze over controlewerkzaamheden bij frauderisico's zijn we in gesprek met de AFM en met de onderzochte accountantsorganisaties. Binnenkort organiseert SRA een gezamenlijke sessie met betreffende SRA-kantoren en de AFM over de onderzoeksresultaten. Tegelijkertijd is het van belang dat elke accountant en bestuur van een accountantsorganisatie kennis neemt van het rapport en daarop actie onderneemt, zodat de onderzoeksbevindingen meegenomen kunnen worden in de werkzaamheden voor boekjaar 2024.
Naast dat SRA relevante praktijkhandreikingen en werkprogramma's op basis van de onderzoeksresultaten aanscherpt, zullen we - mede vanwege het belang van het onderwerp fraude - een nieuw kwaliteitsprogramma op maat samenstellen waarbij we rekening houden met de diversiteit in de SRA-populatie van vergunninghouders. Naast vakinhoudelijke kennis zullen daarin elementen als 'mentoring', awareness en gedragsverandering worden meegenomen.
'Bevindingen zien als aanwijzingen om te verbeteren in een principle-based omgeving'
SRA-voorzitter Diana Clement: "De AFM en SRA hebben hetzelfde doel: kwaliteit en lerend vermogen verbeteren in de sector. De AFM voert daartoe themaonderzoeken uit, daarbij telkens met een vergrootglas inzoomend op een onderdeel van het controleproces. SRA richt zich vanuit de eigen rol als kwaliteitsvereniging op het bevorderen van het lerend vermogen bij accountantsorganisaties, samen met onze leden.
SRA betreurt de bevindingen, negatief en positief, van de AFM niet. We moeten ophouden om bevindingen te zien als fouten of onvoldoendes maar ze juist zien als aanwijzingen om te verbeteren in een principle based-omgeving.
Recent onderzoek van Wendy Groot laat zien dat inzichten van toezichthouder en accountants kunnen verschillen en dat voor beide perspectieven wat te zeggen valt. Daarom is het voor daadwerkelijk leren en verbeteren noodzakelijk dat de praktijk, toezichthouder, wetenschap met elkaar in gesprek gaan. SRA heeft hiervoor al meerdere malen gepleit bij relevante stakeholders zoals AFM, minister van Financiën en Tweede Kamer."
Statement SRA-voorzitter Diana Clement naar aanleiding van de vraag van een journalist van het Financieele Dagblad of 'SRA de bevindingen van de AFM betreurt'.