Bezwaren tegen belastingrente Vpb aangewezen als massaal bezwaar
De staatssecretaris van Financiën heeft de bezwaren tegen de belastingrente voor de vennootschapsbelasting, bronbelasting, solidariteitsbijdrage, minimumbelasting en het winstaandeel aangewezen als massaal bezwaar. Het indienen van een tijdig bezwaarschrift blijft wel noodzakelijk om mee te kunnen doen met deze massaalbezwaarprocedure.

Aanleiding voor de aanwijzing als massaal bezwaar is de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland van 7 november 2024 waarin de rechtbank het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting (hierna Vpb), dat in het betreffende jaar 8% bedroeg, onverbindend verklaarde. Naar aanleiding daarvan is een groot aantal bezwaarschriften met eenzelfde rechtsvraag ingediend bij de Belastingdienst.
Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland
Op 7 november 2024 concludeerde Rechtbank Noord-Nederland, 7 november 2024, 23/5244, ECLI:NL:RBNNE:2024:4361 dat het Besluit belasting- en invorderingsrente (hierna: Bbi) onverbindend moet worden verklaard. In het Bbi is vanaf 1 januari 2022 de belastingrente voor de Vpb bepaald op de wettelijke rente voor handelstransactie maar minimaal op 8%. De rechtbank oordeelde, kort samengevat, dat het 8%- tarief van de belastingrente Vpb in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Omdat de belastingplichtige en de Belastingdienst ter zitting hadden verklaard dat als de belanghebbende op enige grond gelijk kreeg, de belastingrente moest worden berekend naar een percentage van 4%, verminderde de rechtbank de belastingrentebeschikking naar 4%.
De staatssecretaris van Financiën stelde op 18 december 2024 sprongcassatie in tegen de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Het wachten is nu dus op het oordeel van de Hoge Raad hierover.
Veel bezwaarschriften
Naar aanleiding van deze uitspraak adviseerde SRA haar leden al om te beoordelen of het verstandig is bezwaar te maken tegen in rekening gebrachte belastingrente. De Belastingdienst heeft inmiddels ook een groot aantal bezwaarschriften ontvangen. Met het oog op een efficiënte en eenduidige afdoening van de bezwaarschriften heeft de staatssecretaris van Financiën nu bij besluit van 7 februari 2025 aangewezen als massaal bezwaar in de zin van artikel 25c AWR de volgende bezwaren tegen:
- de met ingang van 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting,
- de met ingang van 1 januari 2022 in rekening gebrachte belastingrente voor de solidariteitsbijdrage,
- de met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de minimumbelasting, of
- de met ingang van 1 januari 2025 in rekening gebrachte belastingrente over het winstaandeel.
Al uitspraak bezwaar vóór 7 februari 2025?
Voorwaarde voor de deelname aan het massaal bezwaar is dat de Belastingdienst vóór 7 februari 2025 nog geen uitspraak op bezwaar heeft gedaan op het bezwaarschrift. Is dat wel al gebeurd, dan is het bezwaar geen onderdeel van de massaalbezwaarprocedure. De belastingplichtige moet dan tijdig beroep instellen bij de rechtbank om de rechten veilig te stellen.
Wel tijdig bezwaar indienen!
Een andere voorwaarde is dat er tijdig bezwaar is ingediend. De aanwijzing als massaal bezwaar betekent dus niet dat de belastingplichtige niets hoeft te doen. Het blijft noodzakelijk om tijdig een bezwaar in te dienen.
SRA ontwikkelde in november 2024 al een aantal modelbezwaarschriften tegen de belastingrente. Voor de massaalbezwaarprocedure zijn nieuwe modelbezwaarschriften /verzoekschriften tegen de in rekening gebrachte belastingrente op de aanslag Vpb toegevoegd.
Vergeet verzoek herziening voorlopige aanslag niet!
Als sprake is van belastingrente op een voorlopige aanslag, is het niet mogelijk om in bezwaar te gaan tegen de belastingrente. In plaats daarvan moet een verzoek om herziening van de belastingrente op de voorlopige aanslag worden ingediend. Zo’n verzoek kan worden ingediend tot zes weken na de dagtekening van de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag verrekend is (artikel 27, lid 5, Wet VPB 1969 voor de Vpb en artikel 9.5, lid 5, Wet IB 2001 voor de IB).
Het verzoek om herziening van de belastingrente op de voorlopige aanslag zal – ondanks de regeling van massaal bezwaar – worden afgewezen. Een verzoek is immers geen bezwaar. Tegen deze afwijzing staat vervolgens bezwaar open. Bij afwijzing van het verzoek om herziening, is het dus zaak om tijdig in bezwaar te gaan tegen deze afwijzing. Tijdig wil zeggen uiterlijk op de dagtekening van de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag verrekend wordt (artikel 27, lid 2, Wet VPB 1969 voor de Vpb en artikel 9.5, lid 2, Wet IB 2001 voor de IB). Deze termijn bedraagt echter altijd minimaal zes weken na dagtekening van de beschikking waarin het verzoek om herziening is afgewezen (artikel 27, lid 5, Wet VPB 1969 voor de Vpb en artikel 9.5, lid 5, Wet IB 2001 voor de IB). Voor een bezwaar tegen de afwijzing van een verzoek om herziening van een voorlopige aanslag zijn modellen beschikbaar.
Voor wat betreft de Vpb zal het bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek om herziening, mits tijdig, aangewezen zijn als massaal bezwaar.
Rechtsvragen
De aanwijzing massaal bezwaar heeft alleen betrekking op bezwaarschriften waarin één of meer van de in het besluit beschreven rechtsvragen zijn opgenomen. Dit betekent onder andere dat als de Hoge Raad beslist dat het Bbi onverbindend is, de rente moet worden vastgesteld op 4%. Dat laatste staat immers in de procedure niet meer ter discussie. Bent u van mening dat een lager percentage van toepassing zou moeten zijn, dan zult u daar apart een beroep op moeten doen. Er wordt later besloten of nog een separate proefprocedure daarvoor wordt opgestart. De verwachting is dat tot die tijd dergelijke bezwaren worden afgewezen.
Voor de rechtsvragen wordt verwezen naar het besluit en de voor de massaalbezwaarprocedure toegevoegde modelbezwaarschriften/verzoekschriften tegen de in rekening gebrachte belastingrente op de aanslag Vpb.
Wat betekent de aanwijzing massaal bezwaar?
De Belastingdienst doet nog geen uitspraak op de bezwaren tegen de belastingrente op de aanslag Vpb die onder het massaal bezwaar vallen, maar houdt deze aan. Als de rechtsvragen die in het besluit zijn opgenomen door de Hoge Raad beantwoord zijn, doet de Belastingdienst één gezamenlijke collectieve uitspraak. Wordt de Belastingdienst door de Hoge Raad niet of niet geheel in het gelijk gesteld, dan worden de beschikkingen belastingrente die onder het massaal bezwaar vallen, herzien.
Andere geschilpunten
Zijn in het bezwaarschrift ook andere geschilpunten opgenomen, dan doet de Belastingdienst op die andere geschilpunten wel al uitspraak op bezwaar. Tegen de eventuele afwijzing van die andere geschilpunten kan dan tijdig beroep ingesteld worden bij de rechtbank. Dit geldt dus vooralsnog ook voor de stelling dat de belastingrente lager dan 4% moet zijn.
Geen massaal bezwaar voor bezwaren belastingrente andere belastingmiddelen
De uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland ging over de belastingrente voor de Vpb. Er gaan geluiden op dat dit mogelijk ook zal gelden gaan voor de inkomstenbelasting en overige belastingen. De aanwijzing massaal bezwaar geldt echter alleen voor de bezwaren tegen de belastingrente voor de Vpb, bronbelasting, solidariteitsbijdrage, minimumbelasting en het winstaandeel. Bezwaren tegen de belastingrente voor andere belastingmiddelen lopen dus niet mee in de massaalbezwaarprocedure en zullen dus niet door de Belastingdienst worden aangehouden.
Of de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland daadwerkelijk ook gevolgen heeft voor de belastingrente voor de inkomstenbelasting en overige belastingen, is ongewis. SRA ziet op zichzelf in de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland geen grond daarvoor, maar kan het uiteraard ook niet uitsluiten. Voor een bezwaar tegen de belastingrente die vanaf 2022 is berekend op een definitieve aanslag of navorderingsaanslag IB is daarom ook een model beschikbaar.
Zie binnenkort het dossier Belastingrente op sra.nl.