Sla menu over
Kwaliteit die verbindt
  • Publicatiedatum:26-03-2025

Herziening beroepsprofiel: Niet de beperkingen maar de mogelijkheden centraal stellen

Column van SRA-voorzitter Diana Clement

De afgelopen week sierden 'de accountants' meermalen de voorpagina van Het Financieele Dagblad. Met enige bewuste vooringenomenheid is die plaats in het spotlicht terecht, want inmiddels weten jullie vast wel dat ik 'de accountant' het mooiste beroep van de wereld vind. Daarin voel ik me gesteund door de leden van SRA.

Diana Clement
SRA-voorzitter Diana Clement

Vanuit die passie en de praktijk in de kantoren willen we dat mooie beroep ook in de toekomst kunnen behouden. Maar over die toekomst en de weg daarnaar toe, maak ik me zorgen. Niet alleen omdat 'de accountants' vaker niet dan wel positief onderwerp van bespreking zijn, - ik mis de heldenverhalen -, maar ook omdat er best wat uitdagingen te tackelen zijn.

Chromosoom

Neem de herijking van het beroepsprofiel. Het Kernteam dat zich buigt over het profiel van onze toekomstige collega's heeft een prachtig DNA opgesteld, waarin wat SRA betreft een fundamenteel chromosoom ontbreekt: het denk- en werkniveau en de controlevaardigheden die behoren bij de certificerende bevoegdheid; een fundament dat wel in het huidige beroepsprofiel staat.

Los van onze zienswijze valt het mij op dat in de (openbare) discussies over de certificerende bevoegdheid vaak ongefundeerde en oneigenlijke argumenten worden gebruikt om het eigen standpunt kracht bij te zetten. Zo duiken de praktijkuren die onze toekomstige startbevoegde collega's moeten maken in hun opleiding op in die discussie; een onderwerp waarover overigens de CEA gaat, niet de NBA of het Kernteam.

Oneigenlijk argument

Met verwijzing naar het verleden wordt aangegeven dat kantoren niet in staat zouden zijn om studenten vlieguren te laten maken. Wake up! We leven nu in een heel ander tijdsbestek waarin de opleidings-, arbeids- en (wettelijke) controlemarkt compleet anders zijn, er opdrachten te over zijn (ook met de gewijzigde groottecriteria voor de jaarverslaggeving), en de kwaliteitsbeheersingssystemen binnen de kantoren veel meer ontwikkeld zijn als vangnet voor professionals in spe. Ga dus niet uit van aannames, doe op z'n minst navraag in de praktijk.

Vanzelfsprekend hebben we te maken met wettelijke kaders, maar ook in dat kader moeten we de discussie zuiver houden. De Europese Richtlijn (uit 2006!) spreekt over drie jaar praktijkervaring, in Nederland hebben we dat doorvertaald naar een x-aantal uren. Ook spreekt de Richtlijn niet over de noodzaak om een wetenschappelijke Master te volgen om wettelijke controles te mogen uitvoeren, of dat trainees slechts wettelijke controles zouden moeten uitvoeren om te kunnen slagen.

Handschoen

Sterker nog, met de aanstaande invoering van het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector maken we het mogelijk dat buitenlandse studenten op HBO-niveau worden toegelaten in het wettelijke controledomein, zonder dat zij de volledige accountancyopleiding hebben gevolgd.1

Een ander argument om af te zien van de certificerende bevoegdheid binnen het beroepsprofiel, is de aanname dat de opleiding dan (nog) zwaarder wordt. Dat valt maar te bezien, en is compleet afhankelijk hoe de eindtermen van de opleiding opnieuw geformuleerd gaan worden én hoe de opleidingen daaraan invulling geven. En daar ligt een hele grote handschoen om op te pakken.

Ruimte in de beperking?

Als het aan de Kwartiermakers Toekomst accountancysector ligt, is een ommezwaai in opleidingsland meer dan noodzakelijk. Daarvoor hebben de opleidingen wel lef, durf en ruimte nodig. De Wet op de leeruitkomsten is een oplossing om te komen tot meer innovatie, flexibiliteit en daarmee aantrekkelijkheid voor studenten. Met een compleet geïntegreerde theoretische- en praktijkopleiding, waarbij opleiding en kantoren elkaar aanvullen, versterken en rekening houden met de levensfasen en behoeften van studenten, kan die aantrekkelijkheid nog verder worden verbeterd.

In Het Financieele Dagblad las ik over die aantrekkelijkheid van de opleiding, in- en uitstroom, het sexy-gehalte van ons beroep en de dalende kwaliteit onder studenten. In Nederland kennen we een manier om ervoor te zorgen dat de beste en meest gemotiveerde studenten op de juiste plek terecht komen. Omdat de opleiding relatief duur is (studies met veel praktijkopdrachten), de kwaliteit geborgd moet worden of omdat er veel concurrentie is op de arbeidsmarkt. Die oplossing heet numerus fixus.

In de beperking toont zich pas de meester. Of beperken we hiermee juist de mogelijkheden?

1 Door de buitenlandse accountant de mogelijkheid te geven aanvullende diploma's of soortgelijke bewijstukken te behalen en daarmee aan het in Nederland vereiste niveau te voldoen, kan de accountant aspecten die in zijn buitenlandse opleiding ontbraken maar in Nederland vereist zijn eenvoudig aanvullen met specifieke cursussen, zonder de volledige Nederlandse accountantsopleiding te hoeven volgen.