''Gaat deze wet zorgen voor kwaliteitsverhoging in de accountancysector?"
Op woensdag 20 maart jl. organiseerde de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector. De vaste commissie voor Financiën besluit de komende periode over aanvullende, wettelijke maatregelen voor kantoren die opereren in het wettelijke controledomein. De hamvraag van de avond was of het wetsvoorstel nu daadwerkelijk gaat zorgen voor probleemoplossend vermogen en kwaliteitsverbetering.
De commissie wilde inventariseren hoe verschillende stakeholders aankijken tegen het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt en nodigden de AFM, NBA, de Autoriteit Persoonsgegevens en SRA uit om hun visie te geven. Een volgende stap in een wetgevingstraject dat in 2021 startte met de consultatie van het initiële wetsvoorstel Toekomst accountancysector, dat als doel heeft de kwaliteit van de wettelijke controle duurzaam te verbeteren.
Geen proxy
Ruud de Hollander van de AFM trapte af door in zijn inleiding te stellen dat de wet als geheel gaat bijdragen aan de kwaliteit, aan het tempo van veranderingen en aan het naleven van de basiseisen voor de kwaliteit van de wettelijke controle.Hij noemde daarbij de drie uit te werken kwaliteitswaarborgen die het stelsel van kwaliteitsbeheersing volgens het wetsvoorstel zou moeten bieden: het toepassen van professionele oordeelsvorming in de uitvoering van de wettelijke controle, het werken met een professioneel-kritische houding en het plaatsvinden van de wettelijke controle op basis van voldoende en geschikte informatie. Daarnaast stelde De Hollander dat AQI's geen proxy zijn voor kwaliteit, maar wel inzicht kunnen geven in factoren die van invloed zijn op kwaliteit en daarmee input zijn voor een discussie met stakeholders.
Focus naar kantoren
NBA-voorzitter Kris Douma startte zijn inleiding door te stellen dat de AQI’s een goede stap zijn als transparantie-instrument voor de buitenwereld. Zijn zorg zit met name in allerlei dataverplichtingen waarmee de sector geconfronteerd wordt - middels allerlei uitvragen van de toezichthouder - en nog gaat worden, bijvoorbeeld via de uitrol van ISQM1. Van belang is om daarbij synergie te zoeken. Daarnaast vraagt de aanwijsbevoegdheid voor de beroepsorganisatie om aandacht waar het gaat om de aansprakelijkheid van de beroepsorganisatie en de kosten die ermee gemoeid gaan.
Douma ging verder in op de kritiek van de minister op de rol van de beroepsorganisatie bij de bevordering en borging van de beroepsreglementering. De voorzitter gaf aan de maatregelen uit het eindrapport van de Kwartiermakers toekomst accountancysector te willen opvolgen en de rol en organisatie van de NBA te gaan versterken. Douma vindt het daarbij noodzakelijk om een shift te maken in de huidige focus op de individuele beroepsbeoefenaar. Onderzocht wordt of de verordenende bevoegdheid van de NBA uitgebreid kan worden richting kantoren.
Stille kracht
SRA-voorzitter Diana Clement, de enige praktiserend accountant aan tafel, duidde vervolgens de betekenis van 'de sector' vanuit mkb-perspectief: de werelden van OOB en reguliere vergunninghouders verschillen enorm. Het mkb-segment kent een eigen dynamiek en toegevoegde waarde. Als stille kracht controleren zij een krappe 12.000 ondernemingen: denk aan familiebedrijven en dga's zoals de rozenkweker, het transportbedrijf, de surfshop of de internationale juwelier. Er gaat veel goed in het mkb, ook al kan het altijd beter. Van de wetgever vraagt dit om maatregelen in het wettelijke controledomein, die rekening houden met diversiteit in 'de sector', met OOB en niet-OOB, met proportionaliteit en complexiteit.
Kwalijke maatregel
Grote zorg heeft SRA voor de maatregel rond de medeverantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor de kwaliteit van individuele wettelijke controles. Het vraagt het onmogelijke van accountantsorganisaties. Clement: ''Wij vinden dat een ongelooflijke kwalijke maatregel. Vanuit internationaal en juridisch perspectief begeven we ons als Nederland op een totaal verkeerd vlak. Om deze harde woorden te ondersteunen noem ik zes bezwaren:
- Het voorstel is in strijd met de wijze waarop dat in de Auditrichtlijn en in alle overige (nationale en internationale) accountantsregelgeving is geregeld, de jurisprudentie op dit thema en het advies van de Raad van State.
- Het voorstel houdt een stelselwijziging in die niet nader en vanuit een concrete visie wordt gemotiveerd.
- Met de genoemde materiële eisen, nota bene geregeld via lagere regelgeving, wordt alsnog een resultaatsverbintenis op dossierniveau geïntroduceerd, en de kritiek van de Raad van State ontweken.
- Een resultaatverplichting zoals voorgesteld vraagt het onmogelijke van accountantsorganisaties. In overweging nemend dat de externe accountant werkt in een principle based omgeving: de genoemde materiële eisen zijn vooral subjectief van aard, ze zijn niet werkbaar, meetbaar of uitvoerbaar.
- De toezichthouder krijgt een instrument in handen om een boete- en handhavingstraject te starten, zonder nader onderzoek bij de accountantsorganisatie te doen.'
Op geen enkele wijze helpt deze maatregel bij het doel van deze wet: de kwaliteit van wettelijke controles verhogen. Sterker nog, de maatregel heeft de potentie in zich om daar juist afbreuk aan te doen.''
Als laatste punt in haar betoog noemde de SRA-voorzitter het knelpunt bij de AQI's, namelijk de herleidbaarheid naar de naam en daarmee de privacybescherming van de externe accountant, werkzaam bij kleinere accountantsorganisaties: Daar waar bij PwC 139 externe accountants in het openbare AFM-register zijn ingeschreven en anonimiteit gewaarborgd blijkt te zijn, hebben we 163 accountantsorganisatie die één tot vijf accountants in datzelfde Register hebben ingeschreven.
Patronen doorbreken
Voorman van de Autoriteit Persoonsgegevens Aleid Wolfsen gaf aan daarin ook een probleem te zien. Het dilemma is echter dat de zes grote kantoren starten met de verplichte rapportering van AQI's: de herleidbaarheid naar een persoon is hier niet van toepassing. Wolfsen kwam met het voorstel vanuit het subsidiariteitsbeginsel om een alternatief regime in de wet op te nemen voor de kleinere accountantsorganisaties, bijvoorbeeld door kleinere kantoren wel te laten rapporteren maar dat rapport niet openbaar te maken.
Vervolgens waren de commissieleden van Financiën aan zet. Veel vragen werden gesteld over de aanwijsbevoegdheid en de AQI's. De hamvraag van de avond was of het wetsvoorstel nu daadwerkelijk gaat zorgen voor probleemoplossend vermogen en kwaliteitsverbetering. Op die vraag werden wisselende antwoorden gegeven: De Hollander (AFM) ziet het wetsvoorstel als 'no regret-stappen'. Douma (NBA) vindt dat het wetsvoorstel een beetje gaat helpen. De stappen moet de sector zelf zetten.
SRA ziet het wetsvoorstel als het volgende voorbeeld van de risico-regelreflex: 16 jaar van extern toezicht en 75+ maatregelen verder, hebben blijkbaar niet tot de perceptie geleid dat de kwaliteit goed is. Het is tijd om dat patroon te doorbreken. Meer regels werken niet, andere oplossingen zijn nodig.
- Kijk het debat terug (circa 1,5 uur)