Verzameling (potentiële) procedures EVRM/VWEU
In opinies, columns en (lopende) jurisprudentie komt soms de vraag op of een (onderdeel in) bepaalde regeling mogelijk strijdig is met het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Een voorbeeld hiervan zijn procedures inzake strijdigheid met artikel 1 EP/EVRM.
In deze signalering is een aantal van deze in de literatuur, kranten en anderszins genoemde (potentiële) procedures verzameld. Hiermee wordt u geïnformeerd over onderwerpen waarover mogelijk discussie inzake strijdigheid met het EVRM of het VWEU zou kunnen bestaan.
Update 28 oktober 2024
- Paragraaf 2.1 inzake de villataks en paragraaf 2.2 inzake de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is geactualiseerd.
- Aan paragraaf 2.7 is het antwoord van het Hof van Justitie op prejudiciële vragen van 4 oktober 2024 toegevoegd.
- Aan paragraaf 2.8 is toegevoegd het oordeel van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de bijtelling van artikel 13bis Wet LB geen inbreuk maakt op artikel 110 VWEU. In 2018 oordeelde gerechtshof ’s-Hertogenbosch op dezelfde wijze. Het ingestelde beroep in cassatie werd door de Hoge Raad met toepassing van artikel 81 RO ongegrond verklaard.
- Aan paragraaf 3.3 inzake de erfbelasting van een niet-erkend biologisch kind is het arrest van de Hoge Raad van 6 september 2024 toegevoegd.
- Aan paragraaf 4.2 is een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 juli 2024 toegevoegd waarin de rechtbank nogmaals oordeelt dat bij het in rekening brengen van belastingrente geen sprake is van een schending van het eigendomsrecht. Er is, naar het oordeel van de rechtbank, geen strijd met artikel 1 EP/EVRM.
Inloggen
Om verder te kunnen lezen, zult u moeten inloggen.
InloggenHeeft u nog geen inloggegevens? Kies hieronder wat voor u van toepassing is.