Sla menu over
Thuis in uw branche
Publicatiedatum: 16-7-2024

Verzameling (potentiële) procedures EVRM/VWEU

Signalering

In opinies, columns en (lopende) jurisprudentie komt soms de vraag op of een (onderdeel in) bepaalde regeling mogelijk strijdig is met het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Een voorbeeld hiervan zijn procedures inzake strijdigheid met artikel 1 EP/EVRM.

In deze signalering is een aantal van deze in de literatuur, kranten en anderszins genoemde (potentiële) procedures verzameld. Hiermee wordt u geïnformeerd over onderwerpen waarover mogelijk discussie inzake strijdigheid met het EVRM of het VWEU zou kunnen bestaan.

Update 16 juli 2024 
In deze update zijn de volgende paragrafen geactualiseerd of toegevoegd:

  • Aan paragraaf 2.2 is toegevoegd dat mr. H.M. Klooster RB concludeert dat de villabelasting naar zijn mening op stelselniveau in strijd is met artikel 1 EP/EVRM.
  • Aan paragraaf 2.3 is een uitspraak van gerechtshof Amsterdam toegevoegd. Het gerechtshof is van oordeel dat toepassing van het APV-regime van art. 2.14a Wet IB 2001 in deze zaak in strijd is met art. 1 EP/art. 14 EVRM. Het ging hier om een puur binnenlandse situatie waarbij in een ver verleden vermogen  zonder fiscaal motief vermogen is afgezonderd, zonder daarbij het zicht op de feiten te belemmeren.
  • Paragraaf 3.1 en 3.2 zijn nieuw toegevoegd (onder vernummering van de oorspronkelijke paragraaf 3.1 naar 3.3). In paragraaf 3.1 wordt ingegaan op de vragen die in de praktijk rijzen of het percentage van 6,25% van artikel 20, lid 6, onderdeel d SW 1956 aanpassing behoeft. In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de vraag of in bepaalde situaties het rentepercentage van 6% uit artikel 10 Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 (hierna UB SW) een schending vormt van artikel 1 EP/EVRM.