Vraag oninbare vorderingen in de omzetbelasting
Helpdesk Fiscaal
Onlangs is de SRA-Praktijkhandreiking 'Oninbare vorderingen in de omzetbelasting' verschenen. In onze praktijk spelen met betrekking tot deze problematiek de volgende vragen.
- Bij enkele van onze klanten bestaat de situatie dat debiteuren per 1 januari 2018 al langer dan een jaar open stonden. Volgens de huidige wettekst van art. 29 Wet OB 1968 en art. VII Overgangsrecht Fiscale vereenvoudigingswet 2017, worden deze debiteuren dan per 1 januari 2018 oninbaar geacht en ontstaat op dat moment het recht op teruggaaf van de over de oninbare vordering afgedragen btw. De teruggaaf moet verwerkt worden in de eerste btw-aangifte 2018.
Niet al deze klanten hebben echter al de btw-teruggaaf in de eerste aangifte 2018 verwerkt. Vervalt daarmee het recht op teruggaaf? Hoe moet dit worden gecorrigeerd? - Klant heeft een deels onbetaalde vordering die stamt uit 2010. De btw is in het eerste kwartaal 2018 als negatieve omzet in de btw-aangifte opgenomen. Kan de belastingdienst de teruggave weigeren en, zo ja, op grond waarvan? Is het verstrijken van een bepaalde termijn of het feit dat de betreffende afnemer de btw zelf niet heeft gecorrigeerd een reden voor weigering?
Antwoord Vaktechnisch bureau:
Inloggen
Om verder te kunnen lezen, zult u moeten inloggen.
InloggenHeeft u nog geen inloggegevens? Kies hieronder wat voor u van toepassing is.