TBS-pand wordt 'eigen woning': toepassing van de eigenwoningregeling/bijleenregeling
Een cliënt heeft twee panden (pand 1 en 2). Pand 1 is ter beschikking gesteld aan zijn eigen BV (art. 3.92 Wet IB 2001). De fiscale boekwaarde van het pand voor de tbs-regeling bedraagt € 800.000. Cliënt gaat pand 1 zelf bewonen.
In overleg met de belastingdienst is daarom de waarde van pand 1 op het moment van staking van de terbeschikkingstelling vastgesteld. Deze waarde bedraagt € 600.000. Derhalve leidt de staking tot een boekverlies van € 200.000 (€ 600.000 WEV -/- € 800.000 boekwaarde). Op dit pand 1 drukt nog een schuld van € 850.000 (aflossingsvrije lening).
Pand 2 is de eerdere eigen woning van cliënt. Deze is in hetzelfde jaar verkocht voor € 850.000. Op dit pand 2 rustte een aflossingsvrije eigenwoningschuld van € 550.000. De € 300.000 die hij bij verkoop van pand 2 heeft overgehouden, zal hij de komende jaren gaan herinvesteren in pand 1.
Wat kan cliënt nu als eigenwoningschuld (box 1) opvoeren ten aanzien van pand 1, de nieuwe eigen woning?
Antwoord Vaktechnisch bureau:
Inloggen
Om verder te kunnen lezen, zult u moeten inloggen.
InloggenHeeft u nog geen inloggegevens? Kies hieronder wat voor u van toepassing is.