En de fiscaliteit, die kabbelt voort...
Het coalitieakkoord benoemt op hoofdlijnen enkele bekende fiscale dossiers. Van daadwerkelijke concrete voornemens is evenwel geen sprake. Wat moeten wij ons bijvoorbeeld voorstellen bij “Helderheid voor zelfstandigen... Schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan door betere publiekrechtelijke handhaving...”? Dit had ook de afgelopen decennia toch gekund? Wat wordt er nu dan concreet anders, behalve een snellere afbouw van de zelfstandigenaftrek en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering?
Ten aanzien van box 3 is het coalitieakkoord wel duidelijk, namelijk een heffing naar werkelijke rendementen. Van voortvarendheid is ondanks de vele onderzoeken de laatste jaren geen sprake; pas in 2025 zou een nieuwe regeling kunnen worden ingevoerd. Dit gebrek aan daadkracht is, zo vermoed ik, het kabinet overigens uiteindelijk duur komen te staan. Die nadrukkelijk door de Hoge Raad genoemde beoogde invoeringsdatum was naar mijn idee de aanleiding voor het “24-december arrest” waarin de forfaitaire rendement strijdig is geoordeeld met het EVRM. Als het kabinet ambitieuzer zou zijn geweest, zou dit arrest denk ik anders zijn afgelopen.
Bij box 2 lijkt sprake van een stand still. De enige concrete beslissing is de verhoging van de drempel in de excessieflenenregeling van € 500.000 naar € 700.000. Daarnaast zal deze kabinetsperiode worden onderzocht hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik kan worden tegengegaan. Waar men aan denkt, is onduidelijk. Waar het over winstbelastingen gaat, is ronduit opmerkelijk de passage dat als de budgettaire opbrengsten van de in te voeren CFC maatregel en OESO Pillar II tegenvallen, zal worden gekeken naar grondslagverbreding, het lage Vpb-tarief en/of de schijflengte. Daarbij zal dan wel het vestigingsklimaat alsmede de positie van het MKB in ogenschouw worden genomen. Een verhoging van het tarief en een verkorting van de eerste tariefschijf in de Vpb ligt in het verschiet, zo vermoed ik. Over de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting wordt niets gezegd.
Over de eigenwoningregeling wordt evenmin iets gezegd. Dat is jammer omdat vrijwel niemand meer in staat is om deze regeling juist toe te passen. Alleen als je pas na je trouwen een huis koopt waarin je altijd blijft wonen gehuwd blijft, is deze regeling nog voor een willekeurige burger te begrijpen. Duidelijk is wel dat de jubeltonvrijstelling voor de eigen woning per 2024 wordt afgeschaft. Tot dat moment zal het gebruik van deze jubelton dus nog wel toenemen, iets waarvan vooral vermogenden gebruik zullen maken. De overdrachtsbelasting voor niet woningen en voor te verhuren woningen wordt in 2023 verhoogd tot 9%. Tegelijkertijd wordt de verhuurderheffing afgeschaft.
Toe te juichen is uiteraard de nadrukkelijke inzet op vergroening van het belastingstelsel en het beprijzen van milieubelastende activiteiten. De CO2-heffing voor de industrie wordt verhoogd en de tariefstructuur in de energiebelasting wordt minder degressief gemaakt waardoor veelverbruikers meer zijn verschuldigd. In samenhang daarmee worden ook diverse vrijstellingen in de energiebelasting afgeschaft. Ook de invoering van een vast kilometertarief in de MRB per 2030 maakt onderdeel uit van de vergroeningsoperatie evenals een verhoging van de vliegbelasting.
Wat is na lezing van het coalitieakkoord en vooral de budgettaire bijlage en de CPB doorrekeningen dan de afdronk? Dat er eigenlijk niets nieuws onder de zon is, behalve een nog nadrukkelijker inzet op vergroening. Andere fiscale beleidsdossiers kabbelen rustig verder. Hopelijk ziet de nieuwe en ter zake kundige staatssecretaris Fiscaliteit ruimte voor doortastende initiatieven op de genoemde fiscale beleidsterreinen die daadwerkelijk tot een eenvoudiger en eerlijker belastingstelsel leiden.
Wij wensen hem veel succes!
Reacties graag naar vaktechniek@sra.nl.