Geen ander concernregime zonder reorganisatievrijstelling!

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in eerste aanleg weliswaar dat de beperking van de fiscale eenheid tot in Nederland gevestigde belastingplichtigen niet in strijd is met het Europese recht, maar ook oordeelde het Hof dat de wettelijke regeling op onderdelen wel strijdig was met het Europese recht.

Eén zo’n geval betrof een situatie waarin financieringsrente niet aftrekbaar was, terwijl als de dochtermaatschappij in Nederland gevestigd zou zijn geweest en onderdeel zou hebben uitgemaakt van een fiscale eenheid, de financieringsrente wel aftrekbaar zou zijn geweest. Doordat de dochtermaatschappij in het buitenland was gevestigd, was sprake van een nadeel dat er niet was geweest bij een binnenlandse dochtermaatschappij. Dit leidde tot strijdigheid met de vrijheid van vestiging. Om die reden is het fiscale eenheidsregime per 1 januari 2018 middels een zogenoemde spoedreparatie aangepast. Toentertijd is tegelijkertijd aangekondigd dat die spoedreparatie opgevolgd moet worden door een meer toekomstbestendige concernregeling.

Het Ministerie nam het mooie initiatief tot een zogenoemde startbijeenkomst voor een nieuwe concernregeling. Daar konden vertegenwoordigers van bedrijfsleven, wetenschap en belangenorganisaties hun visie geven als input voor de te ontwikkelen nieuwe concernregeling.

Ook SRA heeft daar akte de présence gegeven. Vanuit de gedachte dat het fiscale-eenheidsregime zou worden afgeschaft, stelden wij als SRA toen voor om het fiscale eenheidsregime te vervangen door een systeem van zelfstandige belastingplicht voor de groepsmaatschappijen maar met de mogelijkheid tot winstoverdracht en mèt een reorganisatievrijstelling.

Wij vonden en vinden een groepsregeling noodzakelijk om te bereiken dat concernmaatschappijen de mogelijkheid hebben om winsten van de ene concernmaatschappij te verrekenen met verliezen van een andere concernmaatschappij. Zo’n salderingsregeling kan plaatsvinden door ofwel verliezen over te dragen aan een winstgevende concernmaatschappij of door omgekeerd winsten over te dragen aan verlieslatende concernmaatschappijen. Onze gedachte was dat zo’n salderingsregeling binnen het EU-recht mogelijk is zonder dat dit tot gevolg zou hebben dat Nederland gedwongen zou worden rekening te houden met jaarlijkse buitenlandse verliezen.

Ongeacht welk salderingssysteem wordt gekozen, is volgens SRA van belang dat bedrijfseconomisch wenselijk geachte interne reorganisaties zonder heffing van vennootschapsbelasting kunnen worden gerealiseerd. Om die reden hebben wij ook gepleit voor een dergelijke reorganisatievrijstelling bij interne overdrachten.

Ondanks de voortvarendheid van toentertijd met zowel de doorgevoerde spoedreparatie als de startbijeenkomst en daaropvolgende internetconsultatie, zijn sindsdien geen fundamentele stappen meer gezet. Langzamerhand komt de vraag op of een nieuwe concernregeling er nog wel zal komen. Kennelijk functioneert de fiscale eenheid na de spoedreparatie goed en bestaat geen (directe) noodzaak voor een aanpassing.

Maar uit een brief van 11 februari 2021 blijkt dat er toch nog wordt nagedacht over zo’n nieuwe regeling. Het kabinet acht dit thans evenwel aan een nieuw kabinet. Uit de toen gegeven antwoorden op diverse Kamervragen lijkt een voorkeur voor een salderingsregeling te spreken. Tegelijkertijd blijken duidelijke twijfels te bestaan over nut en noodzaak van een reorganisatievrijstelling. Die zou complex zijn en bovendien EU-rechtelijke risico’s omvatten. Helaas worden die laatste niet geconcretiseerd.

Uiteraard heeft SRA alle begrip voor deze complicaties, maar laat over één ding vooral geen twijfel bestaan. SRA is alleen onder de nadrukkelijke voorwaarde dat er een reorganisatievrijstelling komt voor aanpassing van het bestaande regime. Kortom, geen reorganisatievrijstelling dan ook geen ander concernregime!

Reacties graag naar vaktechniek@sra.nl.

Bekijk alle opinie artikelen