Sla menu over
Thuis in uw branche
  • Auteur:Ruud van den Dool
  • Publicatiedatum:22-10-2019

Naming and shaming adviseur? Ik ben geen voorstander

Als onderdeel van het Belastingpakket 2020 wordt naming and shaming van de adviseur ingevoerd, althans dat is de bedoeling. De naam van de adviseur die meedoet aan belastingontduiking, komt op de site van de Belastingdienst te staan.

Dit voorstel is opgenomen in het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2020 en zal worden opgenomen in art. 67r AWR. Nu is het zo dat degene die bedrijfs- of beroepsmatig bijstand verleend aan een belastingplichtige of inhoudingsplichtige en daarbij opzettelijk een overtreding begaat, een bestuursrechtelijke boete opgelegd kan krijgen. Nieuw is dus, zo wil het voorstel, dat de naam van de adviseur aan wie die boete wordt opgelegd, op de website van de Belastingdienst zal worden gepubliceerd. Daar blijven die gegevens vijf jaar beschikbaar, maar via Google zal de naam van de overtreder ook nog tot in lengte van jaren beschikbaar blijven. Tegen dit voorstel bestaat de nodige kritiek. Het doel van het kabinet is maatregelen te nemen tegen diegenen die beroeps- of bedrijfsmatig belastingontduiking en het met opzet foutief aanvragen van toeslagen faciliteren.

Boete overtreder te laag?

De boete die nu aan deze beroepsbeoefenaren kan worden opgelegd, bedraagt maximaal 50% van de ontdoken belasting. Een eerste vraag die dan bij mij opkomt, is of dit niet te laag is. Ik zou menen dat een beduidend hogere boete op zijn plaats zou zijn in die gevallen waarin adviseurs willens en weten opzettelijk de wet overtreden. Types die onverdroten doorgaan met het faciliteren van allerlei structuren omdat zij menen dat belastingheffing ordinaire diefstal is, die dat ook zo uitdragen en op die manier klanten werven, mogen van mij veel hogere boetes krijgen. Kijk voor de beeldvorming eens naar diverse YouTube-filmpjes met daarin Toine Manders van het Haags Juristen College: de tranen schieten je in de ogen bij dit gedrag. Als je, of althans ik, die beelden bekijkt en kennis neemt van het handelen van soortgelijke adviseurs, heb ik alle begrip voor het voorstel van het kabinet.

Symbolische betekenis

Echter, toch meen ik dat het voorstel veel te ver gaat. Dit omdat het voorstel zich volgens de tekst richt op slechts een handvol adviseurs. Waarom moet de wet worden belast met een regeling die door dat beperkte toepassingsbereik slechts symbolische betekenis heeft? Die symboolwerking wordt bovendien versterkt doordat de naam pas wordt gepubliceerd als de boete onherroepelijk is geworden en bovendien ook de beschikking tot openbaarmaking onherroepelijk is geworden. Tussen het moment waarop het beboetbaar feit wordt gepleegd en het moment van openbaarmaking, gaan dus vele, vele jaren voorbij.

Foute adviseur

Maar volgens mij is het voorstel misschien ook onwenselijk om een andere reden, namelijk dat een tegengesteld effect niet moet worden uitgesloten. Het doel is, aldus de Memorie van Toelichting, te bereiken dat belastingplichtigen geen gebruik meer zullen maken van de diensten van deze adviseurs. Maar heeft men al nagedacht over de mogelijkheid dat belastingplichtigen die het toch al wat minder nauw nemen met hun wettelijke verplichtingen, de naming and shaming-lijst juist zullen gebruiken om daarvoor een adviseur te vinden? Kwaadwillenden zullen zich niet laten tegenhouden om ofwel een foute adviseur te zoeken, ofwel een foute klant te helpen. Ik heb bijvoorbeeld de indruk dat de foute adviseurs ondanks allerlei sancties vrolijk verder gaan. Zowel om die reden, maar ook preventief ligt een beroepsverbod meer voor de hand.

Wat dan wel?

Mijn idee zou zijn om dit voorstel niet in te voeren. Wat dan wel? Nou om te beginnen fors hogere boetes, zeker voor de professionele adviseur die zich willens en wetens met ontwijking bezig houdt. Naast de boetes zou het ook voor de hand liggen om de belastingschade civielrechtelijk op die foute adviseurs te verhalen. Alle middelen mogen wat mij betreft worden ingezet om deze praktijken een halt toe te roepen.

Beschermd beroep

Maar het beste werkt wellicht nog een algeheel verbod voor het verlenen van fiscale diensten, behalve voor gecertificeerde adviseurs. In Duitsland bijvoorbeeld vormt belastingadviseur al sinds jaar en dag een beschermd beroep. Om als steuerberater ingeschreven te kunnen worden, moet men aan allerlei kwaliteitseisen voldoen, permanente educatie volgen en is men onderworpen aan kwalitatieve toetsingen en tuchtrecht. Allerlei zaken die in Nederland gelukkig wel gelden voor adviseurs die lid zijn van beroepsverenigingen, zij het dat die regels niet altijd zo stringent zijn als in Duitsland.

Zo’n beschermd beroep moet naar mijn idee wel ingevoerd worden. Uiteraard na een gedegen voorbereiding en met de mogelijkheid voor de leden van de beroepsverenigingen om eventueel met aanvullende opleidingseisen in te stromen in een wettelijk register. Hopelijk kiest de wetgever voor die benadering en niet voor de nu voorgestelde symboolwetgeving. Die geregistreerde adviseur biedt dan tevens een borging voor de doorontwikkeling van horizontaal toezicht, omdat de adviseur dan in nog verdergaande mate dan nu kan worden verondersteld, geacht wordt de noodzakelijke kwaliteit te hebben die nodig is om op de aangifte te kunnen vertrouwen.
  

Reacties graag naar vaktechniek@sra.nl.

 

Bekijk alle opinie artikelen