Reactie SRA op consultatie Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering
Het ministerie van Financiën heeft in een internetconsultatie belanghebbenden gevraagd te reageren op het Wetsvoorstel implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering. Vragen die het ministerie voorlegde, zijn bijvoorbeeld: mag een onderneming een andere accountantsorganisatie dan de accountantsorganisatie die de wettelijke controle van de jaarrekening verricht, de duurzaamheidsrapportage laten beoordelen? Mag een geaccrediteerde onafhankelijke verlener van assurancediensten de duurzaamheidsrapportage beoordelen?
SRA heeft gereageerd op het conceptwetsvoorstel dat is gericht op de concretisering van assurance inzake de Europese duurzaamheidsrichtlijn CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive). Deze regelgeving verplicht bedrijven te rapporteren over ESG (Environmental, Social and Governance) om die rapportage vervolgens te laten toetsen. Beursgenoteerde bedrijven moeten per 2024 voldoen aan de rapportageverplichting van de CSRD, andere grote ondernemingen die aan bepaalde criteria voldoen, per 2025. Het beursgenoteerde mkb rapporteert dan vanaf 2026. Doordat deze ondernemingen ook verplicht worden te rapporteren over duurzaamheid in de keten, kunnen deze bedrijven eisen op het gebied van duurzaamheid gaan stellen aan hun partners in de keten.
Wel of niet toelaten andere accountantsorganisatie?
De Europese richtlijn CSRD laat lidstaten de ruimte om op bepaalde onderdelen zelf keuzes te maken, de zogeheten lidstaatopties. Het ministerie heeft daarom in de internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel de vraag gesteld over het wel of niet mogen toelaten van een andere accountantsorganisatie dan de organisatie die de wettelijke controle uitvoert. SRA is daar geen voorstander van. Redenen daarvoor zijn dat de accountant die de wettelijke controle uitvoert, al veel diepgaande kennis heeft over de betrokken onderneming en daarmee het best gepositioneerd om vaktechnisch goede kwaliteit te leveren bij de uitvoering van het assuranceonderzoek van de duurzaamheidsrapportage. Er bestaan namelijk veel verbanden tussen financiële overzichten en de duurzaamheidsrapportage. Het inschakelen van een accountant van een andere accountantsorganisatie kan ook leiden tot inconsistenties in de duurzaamheidsrapportage.
Waarbij meteen zij opgemerkt, zo staat in de SRA-reactie, dat in het conceptwetsvoorstel van het ministerie van Financiën telkens gesproken wordt over 'controle' van de duurzaamheidsrapportage, terwijl het gaat om een ‘beoordelingsopdracht’ (assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid). Dat is van belang voor de reikwijdte en eisen die worden gesteld aan de assuranceopdracht. Verder vindt SRA het van belang dat, hoewel de duurzaamheidsrapportage onderdeel is van het bestuursverslag, de duurzaamheidsrapportage en het bestuursverslag duidelijk van elkaar moeten worden onderscheiden. Dat moet in de wet worden vastgelegd.
Geaccrediteerde onafhankelijke dienstverleners toestaan?
De andere lidstaatoptie is dat lidstaten zelf de mogelijkheid hebben om geaccrediteerde onafhankelijke dienstverleners toe te staan de duurzaamheidsrapportage te beoordelen. SRA wijst deze lidstaatoptie af, omdat de vereniging zich niet kan voorstellen dat er een gelijk speelveld ontstaat tussen deze dienstverleners en externe accountants die in ons land aan strenge kwaliteitseisen moeten voldoen.