Koepels doen voorstellen om lasten NOW-regeling te verlichten
NBA, NOAB, RB en SRA hebben gezamenlijk minister Koolmees van SZW een brief gestuurd met voorstellen om de administratieve lasten rond de vaststelling van de NOW-regeling, meer specifiek de derdenverklaring, te verlichten. De koepels hechten eraan om gelijk op te trekken en een gelijk speelveld te creëren waarbij het maatschappelijk belang prevaleert boven de individuele belangen.
Welke mogelijkheden zijn benoemd?
- Beperking werkzaamheden wanneer de administratie in zijn geheel door de deskundige derde wordt gevoerd vanaf 1 januari 2019.
In de situatie dat de deskundige derde de gehele administratie voert en alleen het proces van de aanvraag tot vaststelling hoeft te begeleiden en geen aanvullende werkzaamheden voor de derdenverklaring hoeft uit te voeren, kan het tijdsbeslag worden beperkt tot gemiddeld 2 uren met een gemiddeld tarief van € 125 excl. btw per uur. De koepels steunen dit voorstel. Het vierogen-principe is hiermee ruim voldoende geborgd.
- Aangepaste derdenverklaring naar een eenvoudiger 'zuivere derdenverklaring' in lijn met eerdere voorstellen van de koepels (beperken tot professioneel kritische bespreking, cijferbeoordeling, besprekingsverslag, geen feitelijke bevindingen).
In dit voorstel kan worden volstaan met een professioneel kritisch gesprek met verslaglegging. Het tijdsbeslag kan dan worden beperkt tot gemiddeld 5 uren met een gemiddeld tarief van € 125 excl. btw per uur. De koepels steunen dit voorstel om met een eenvoudigere ‘zuivere derdenverklaring’ te werken en daarmee het ministerie van SZW toch meer comfort te geven bij bedragen onder de € 125.000. Inmiddels zijn echter wel al werkzaamheden verricht voor de eerste en tweede tranche. Hierop kan door alle partijen worden gesteund. De koepels steunen dus het voorstel om vanaf heden over te gaan op een ‘zuivere derdenverklaring’ niet zijnde een rapport van feitelijke bevindingen.
- Drempelbedrag generiek verhogen tot ongeveer € 60.000 (voorstel recent ingebracht door SZW).
In dit voorstel wordt het drempelbedrag voor een benodigde derdenverklaring verhoogd tot ongeveer € 60.000. Daaronder is geen derdenverklaring meer vereist. Ophogen van de grens is uiteindelijk aan de gebruiker van de verklaring. De koepels achten het maatschappelijk niet verantwoord om de relatief grote massa aan kleine bedragen niet door een derde deskundige te laten beoordelen bij een cumulatie van tranches gezien de risico’s die wij zien. Vijf tranches van € 50.000 komt bij elkaar opgeteld ruim boven de grens van het uniform subsidiekader van € 125.000. En in de situatie dat de ADR/UVB extra toetsende werkzaamheden gaat uitvoeren verwachten wij dat het beantwoorden van de vragenbrieven net zoveel, zo niet meer, tijd in beslag zal nemen als in de huidige situatie benodigd is.
Naast deze mogelijkheden roepen de koepels het ministerie van SZW op om oog te hebben voor de menselijke maat en een hardheidsclausule toe te voegen aan de regeling. Ook verzoeken zij de minister om bij de werkmaatschappijregeling hetzelfde verklaringenregime toe te passen als bij de concernregeling, onder eventuele toevoeging van extra werkzaamheden om het verschuivingsgevaar tussen entiteiten uit de groep te adresseren bij de werkzaamheden voor de overige verklaringen.