Helpdesk SRA-Vaktechniek

Onze vraag betreft de verhouding tussen materialiteit bij controle van de jaarrekening en materialiteit zoals door de belastingdienst bij controle gehanteerd. De Belastingdienst hanteert namelijk een lagere materialiteit dan die gehanteerd wordt bij een jaarrekeningcontrole.

Er is sprake van een Nederlandse moeder (B.V.) met een 100% buitenlandse dochter (Ltd.). De B.V. heeft Intellectual Property (IP), maar dat is nooit geactiveerd. Alle kosten voor het vervaardigen van het IP zijn als kosten genomen via het resultaat van de B.V.

Met enige regelmaat bereiken ons vragen over de eigenwoningregeling in de inkomstenbelasting. De toepassing daarvan is niet zelden complex, ook in relatief ‘alledaagse’ situaties van verhuizen en aangaan of verbreken van partnerschap. De hierna behandelde vraag illustreert die complexiteit.

Bij een cliënt zijn een aantal dochtermaatschappijen betrokken in een WHOA procedure. Op dit moment in de validatiefase. Verwachting is om in december 2021 het stemakkoord aan te dragen bij de rechtbank.

In onze praktijk zien wij zowel cliënten met een bv-onderneming als met een IB-onderneming die fietsen zakelijk aanschaffen en ter beschikking stellen aan personeel / dga / ondernemer. Met name is er enige onduidelijkheid over de vraag hoe in die verschillende situaties met btw over het privégebruik moet worden omgegaan.

Een cliënt heeft in 2021 een overeenkomst gesloten met een leverancier, waarbij de leverancier in 2021 een vergoeding van € 100k betaalt omdat er in het verleden producten van inferieure kwaliteit zijn geleverd.